Zorgkantoor DSW gebruikt cookies

Wij (en derde partijen via third-party cookies) gebruiken de cookies om de website te verbeteren en u gerichte informatie te bieden. Als u alle cookies accepteert, geeft u naast de verplichte functionele cookies toestemming voor het plaatsen van analytische cookies en volg cookies.

  • Analytische cookies: meten het gebruik van de website, om de gebruikerservaring te verbeteren en problemen te signaleren.
  • Volg cookies: meten uw internetgedrag en voorkeuren, zodat we gerichte informatie op onze website kunnen aanbieden. Deze cookies kunnen ook op andere websites gebruikt worden.

U kunt uw cookie instellingen altijd later aanpassen via ons cookiebeleid.

Instellen

Indicatiestelling

De Wlz is bedoeld voor zorg aan kwetsbare mensen op leeftijd, mensen met een verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke handicap of mensen met een psychische stoornis. Zij hebben blijvend permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig.

Mensen die een beroep (moeten) doen op Wlz-zorg, moeten hiervoor eerst een indicatie aanvragen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ heeft de taak de toegang tot deze zorg te beoordelen.

Het CIZ hanteert bij de indicatiestelling het trechtermodel. Met dit afwegingskader stelt het CIZ in een vaste volgorde de cliëntsituatie (wat is de grondslag) en zijn/haar zorgsituatie vast (is er sprake van gebruikelijke zorg, wat zijn voorliggende voorzieningen). Op basis daarvan stelt het de bruto zorgbehoefte vast. Dit resulteert in een indicatiebesluit.

Grondslag bepalen

Bij de indicatiestelling bepaalt het CIZ allereerst de grondslag. Dit is de ziekte, aandoening, stoornis, handicap of beperking op grond waarvan de cliënt is aangewezen op Wlz-zorg. De Wlz kent zes grondslagen: een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening/beperking, en een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap.

Om de grondslag vast te stellen, doet het CIZ navraag bij de huisarts en – indien van toepassing – bij de specialist, de psycholoog, of de orthopedagoog van de cliënt. Daarnaast gebruikt het CIZ een aantal standaard meetinstrumenten, zoals de ICD-10 (voor ziekten of aandoeningen), de DSM-IV-TR (voor psychische ziekten/aandoeningen) en de ICF (voor stoornissen en beperkingen). Als er sprake is van meer grondslagen, dan bepaalt het CIZ de dominante grondslag én de bijkomende grondslag(en).

Gebruikelijke zorg vaststellen

Daarna stelt het CIZ vast of er sprake is van ‘gebruikelijke zorg’. Dit is de normale, dagelijkse zorg die partners, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten elkaar zouden moeten bieden.

Voorliggende voorzieningen inventariseren

Tot slot beoordeelt het CIZ bij de indicatiestelling of er geen (al dan niet wettelijk) 'voorliggende voorzieningen' zijn. Dit zijn voorzieningen die voorgaan op de Wlz en daarmee Wlz-zorginzet kunnen voorkomen. Voorliggende voorzieningen variëren van het verwijderen van losliggende matjes en snoeren, tot zaken die wettelijk geregeld zijn via bijvoorbeeld de Zvw, Wmo, Jeugdwet, Participatiewet, WIA en onderwijswetgeving.

Bruto zorgbehoefte vaststellen en indicatiebesluit opstellen

Op basis van deze beoordelingen stelt het CIZ de bruto zorgbehoefte vast. In het indicatiebesluit legt het CIZ vast op welke zorg een cliënt recht heeft. Mogelijke indicaties zijn:

  • verblijf in een instelling: het kan hier gaan om een verpleeg- of verzorgingshuis of een woonvorm in de gehandicaptenzorg;
  • een specifieke behandeling: deze behandeling is gericht op herstel of verbetering van een aandoening of het verbeteren van vaardigheden of gedrag van een cliënt;
  • assistentie bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL): en om de ADL-woning.

Een indicatiebesluit geldt voor onbepaalde tijd, tenzij het indicatiebesluit behoort tot een categorie van indicatiebesluiten waarvan bepaald is dat de geldigheidsduur wordt vastgesteld door het CIZ binnen de gestelde maximumduur (LVG en GGZ-B).

Naar boven